Vijftig dagen lang vieren we Pasen. Als feestlogo voor deze hoogdag koos priester Jan Rossey in 2007 een paaskaars met de vijf kruisnagels of wonden. Je vindt het op de zuil die op de symboolvloer staat van de kerk Heilige Kruisverheffing. In onze parochiekerken verwijzen twee hedendaagse kruisbeelden naar de verrezen Christus.
In hoc signo vinces (2000)
De eerste christenen hadden een vis als intern herkenningsteken. Dat komt omdat de beginletters van de geloofsbelijdenis dat ‘Jezus de Christus, Zoon van God en Verlosser is’ (= Iesous CHristos Theous Uios Sooter) het Griekse woord ‘Ichtus’ vormen, dat ‘vis’ betekent. Op oude christelijke olielampjes komt ook het monogram XP voor, gevormd door de Griekse hoofdletters chi (X) en rho (P), de eerste twee letters van Christus. De ‘PX’ moet dus ‘XP’ zijn en heeft niets met ‘pax’ te maken.
Het visioen van keizer Constantijn
Het kruis als christelijk symbool dook pas veel later op. Begrijpelijk: een executiepaal is nu niet bepaald aantrekkelijk. Eusebius, bisschop van Caesarea, vertelt rond 313 dat de West-Romeinse keizer Constantijn het jaar voordien vanuit Trier met zijn troepen ijlings naar Rome was getrokken om de machtsgreep van tegenkeizer Maxentius te dwarsbomen. Bij de Milviusbrug over de Tiber kwam hij voor een te grote overmacht te staan. ‘s Middags verscheen aan de hemel een lichtgevend kruis met de boodschap ‘in hoc signo vinces’ (‘in dit teken zult gij overwinnen’).
’s Nachts maakte Christus aan Constantijn in een droom duidelijk dat hij zou winnen als hij het christelijke symbool op de banieren en schilden zou aanbrengen. De heidense veldheer deed dat en won op 28 oktober 312 de veldslag. De christelijke God, tot Wie zijn moeder Helena zich al had bekeerd, was dus machtiger dan de oorlogsgod Mars. In 313 erkende keizer Constantijn dan via edicten in Milaan het christendom officieel als toegelaten godsdienst. Men is er niet echt uit of hij nu een PX of een kruis had gezien.
Jubeljaar
Voor het Heilig Jaar 2000 werden parochies opgeroepen om een hedendaags christelijk kunstwerk aan te schaffen voor hun kerk. Pastoor en kalligraaf Jan Rossey (°1957) dacht een concept uit voor zijn kerk Heilige Kruisverheffing. Het parochieteam vertrouwde de verfijning en uitvoering ervan toe aan de kalligraaf Jeroen Boudens (°1959). De tekst in de blauwe hardsteen geeft in Romeinse letters de Latijnse versie en in kleinere letters de Nederlandse vertaling van de boodschap aan keizer Constantijn weer. Eronder verwijst ‘A.D. MM’ naar ‘A(nno) D(omini) MM’ of ‘Jaar des Heren 2000’ in Romeinse cijfers.
Contrasterend met de bleke muur naast de biechtstoel staat op de steen een wirwar van roestkleurige ijzeren lege kruisen. Jan Rossey legde in 2003 uit wat hij ermee wou uitdrukken: ‘Kruisen van mensen doorkruisen en ontmoeten elkaar. Zij groeien uit tot het ene kruis van Christus, dat teken wordt van redding, overwinning en verrijzenis’. Je kunt er inderdaad ook mensen in zien die hun armen op elkaars schouders leggen. Het kunstwerk werd gezegend op kermiszaterdag 16 september 2000.
Altaarkruis ( circa 1994)
Boven het altaar van de kerk Sint-Thomas van Kantelberg zweeft een bronzen kruisweergave van de Duitse kunstenaar Eugen Keller (1904-1995).
De parochie schafte het samen met het tabernakel, dat er onder staat, aan in 1995 voor de toen gloednieuwe kerk.
Symboliek
De parochiale website verwoordt de christologische betekenis, wellicht naar getuigenis van de kunstenaar als volgt: ‘Twee uitgesneden lijnen, een horizontale en een verticale, verbinden vier bergkristallen en vormen samen het kruis. Het kruis is leeg, er is geen corpus. Christus is verrezen.
De cirkel geldt als de meest volkomen geometrische vorm, zonder begin of einde. Hij symboliseert de volmaaktheid en de eeuwigheid en is een passend zinnebeeld van God en de kosmos. De cirkel in zijn bronzen vorm en kleur doet ondubbelzinnig denken aan brood en dus eucharistie. Voor een christen is Christus brood voor ons leven.’ Het kruis hangt dus heel gepast tussen tabernakel en altaar.
Ook de vier bergkristallen op de kruisarmen hebben elk een betekenis. ‘Een eerste staat voor God. God wordt in oude voorstellingen vaak afgebeeld met een kristallen bol in de hand, als symbolische verwijzing naar het licht van de eerste scheppingsdag. Een tweede verwijst naar Christus. Kristal ontvangt het licht van elders en geeft het schitterend door, zoals Christus alles van de Vader ontvangt om het door te geven aan de mensen. Een derde kristal staat voor de christen. Kristal is transparant en wordt doorstraald door het zonlicht: de christen die zich door Christus laat verlichten.
Het vierde kristal weerspiegelt het hemelse hof en de hemelse liturgie. In het boek ‘Openbaring’ bewondert de apostel Johannes tijdens zijn visioen in vervoering het hemelse gewelf en ziet de bovenzee. Die is als een onmetelijke spiegel waarin Gods Heerlijkheid zich afspiegelt. Zo worden wij er op gewezen dat de liturgie die wij vieren ook een beetje als een feest in de hemel moet zijn.
De kristallen lijken ook op gestolde tranen of waterdruppels. Daarom kun je er ook een allusie in zien op het doopsel en het boetesacrament.’
Witte achterwand
De Brugse architect Herman Markey koos bewust voor twee hoge hoekmuren in wit beton om het koorgedeelte te suggereren. Ze gaan in dialoog met de grijze betonstenen van het kerkgebouw. De panelen accentueren ook het focuspunt van de kerk. Tegenover dat wit komt het bronzen kruis mooi uit als een soort hoeksteen. De architect wil hiermee verwijzen naar Jezus: ‘Net de steen die de bouwers hadden weggeworpen werd de hoeksteen die het hele bouwwerk samenhoudt’ (Mat. 21, 42.44).
Niet iedereen was echter overtuigd van de esthetiek. Reeds eind 1997 boog een team zich over de ‘te kale panelen’. Zouden lichtgekleurde glasvlakken niet kunnen zorgen voor een dynamisch schaduw- en lichtspel? Kunnen we de wanden niet laten beschilderen door de Italiaan Valentino Vago (1931-2018)? Een derde idee won het pleit: architect Markey zag het zitten om samen met laatstejaars studenten van de Sint-Lucasschool iets uit te denken. Drie jonge artiesten brachten hun eigen ontwerp aan in mei 1998. Als prominent symbool valt de vis op, die o.a. verwijst naar het ichtussymbool en naar de bijbelse Jonas, Tobit, visvermenigvuldiging en vissers-apostelen. Uiteindelijk maakte deze moderne artistieke uitvoering plaats voor de oorspronkelijke soberheid.
Het is duidelijk dat Rossey, Boudens en Keller aantonen dat het kruis kunstenaars blijft inspireren om anderen te inspireren, net zoals de paasboodschap dat al 2000 jaar lang doet.
Eric Colenbier (Werkgroep Heemkunde Sint-Kruis)
Bronnen: Jan Rossey (2003) ‘In hoc signo vinces’ in De kerk van de H. Kruisverheffing in Sint-Kruis. Een vroeg voorbeeld van rijpe neogotiek, p. 66; ‘Wandeling door de kerk’ op de parochiale websitepagina Sint-Thomas van Kantelberg; Pastorie-archief Sint-Thomas van Kantelberg, map 11; www.https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/77262website ; https://www.parochiessintkruis.be/2014-01-28-20-43-00?showall=&start=3 ;