Schilderij en beelden over Sint-Thomas van Kantelberg

Print Friendly, PDF & Email
Schilderij Thomas van Canterbury
detail uit het schilderij

29 december is het jaarlijkse naamfeest van de heilige Thomas van Kantelberg, beter gekend als Thomas van Canterbury of Thomas Becket (1117-1170). Vroeger werd zijn naamfeest in Male gevierd met een feestelijke eucharistie en receptie. Nu is die receptie geïntegreerd in de federale nieuwjaarsreceptie op de eerste vrijdagavond van het tweede trimester. Daardoor dreigt de patroonheilige van de parochie in de vergeethoek te geraken, ondanks vier kunstwerken over hem.

Waarom koos de parochie, toen zij werd opgericht in 1961 als dochterparochie van Sint-Kruis, eigenlijk voor die toewijding aan Thomas van Kantelberg? Voor zover we weten is het patroniem namelijk uniek in Vlaanderen. Een hardnekkige overlevering is daarvoor verantwoordelijk. De priester werd rond 1117 in Londen geboren en werd in 1154 kanselier van koning Hendrik II en zelfs aartsbisschop van Canterbury. Hij voelde naderhand meer voor het monnikendom en trok zich terug in de sobere eenzaamheid. Toch bleef men hem in de volle investituurstrijd advies vragen rond de kwestie welk gezag voorrang had: de geestelijke of de wereldlijke macht. Zijn opinie zinde de koning niet echt. Daarom vluchtte Thomas begin november 1164 met een bootje over zee naar Frankrijk en Vlaanderen, waar hij beroep deed op bescherming door Filips van de Elzas. Hij zou toen in 1164 een tijdje hebben verbleven in het grafelijk slot van Male en er zelfs de grafelijke kapel ingewijd hebben. Wordt daarmee de crypte bedoeld? De legende maakt weinig kans waar te zijn, maar bleef wel voldoende krachtig om de parochie van Male aan Thomas te verbinden.

Na zijn terugkeer in Engeland werd hij in 1170 in de kathedraal van Canterbury door vier ridders de schedel ingeslagen tijdens het bidden van de vespers. Dat maakte van hem een martelaar. Het verhaal doet denken aan wat de zalige Karel de Goede vijftig jaar vroeger, in 1127, in de Brugse Sint-Donaaskerk overkwam. Reeds drie jaar na zijn dood, in 1173, werd Thomas heilig verklaard. Dit had als gevolg dat Hendrik II in 1174, wellicht bang voor het Grote Oordeel dat hem na zijn dood te wachten stond, bij zijn graf publiekelijk vergiffenis vroeg en boete deed. Er deden zich nog andere wonderen voor. Canterbury werd daardoor snel het belangrijkste bedevaartsoord van Engeland. (bron: Goosen, L., Van Alfa tot de Zevenslapers. Heiligen uit Oost- en West: hun leven, de legendevorming, de verering en hun aanwezigheid in de kunsten. 1992, p. 248-250)

Er zit meer in een schilderij dan je denkt

Vooraan in de kerk van Male hangt een schilderij uit de 17de eeuw met daarop duidelijk Thomas van Canterbury. Vooreerst zien we een bisschop: hij draagt een rijkelijk versierde goudbrokaten koorkapmantel en een gelijkaardig pallium. Tegen een kastje leunt links zijn bisschopsstaf en op het kastje ligt zijn mijter. Hij is ook een martelaar. In zijn rechterhand, voor ons links, houdt hij een palmtak vast, symbool voor de geestelijke overwinning van martelaars. Ook hoe hij is gestorven wordt weergegeven. In zijn schedeldak steekt een kromzwaard waarmee de samenzweerders hem doodden. Zijn blik is vroom op oneindig gericht: hij ziet reeds de hemel. In het midden, rechts naast hem, illustreert een tafereel nog eens hoe twee huurmoordenaars hem het hoofd insloegen terwijl hij zat te bidden voor het tabernakel dat op het altaar staat. Volgens de legende zou Thomas bij de eerste slag hebben gezegd: “Aan God en de Heilige Maria beveel ik mezelf en mijn kerk”, na de tweede zwaardslag: “Heer, in uw handen beveel ik mijn geest” en toen hij stervend neerviel: “Ik sterf graag voor Jezus en voor mijn kerk”. Die woorden zijn figuratief weergegeven: Maria en kind Jezus zijn getuige en zitten klaar om hem in de hemel te ontvangen en Thomas draagt zijn kerk op zijn linkerarm. Het lijkt een maquette van een eerder eenvoudig kerkgebouw dat amper gelijkenissen vertoont met de huidige gotische versie van de kathedraal van Canterbury. De bouw ervan startte dan ook pas kort na Thomas’ dood. Op een medaillon van de koormantel is een paus afgebeeld. Die staat wellicht voor Thomas’ trouw aan de Kerk die hem het hoofd kostte. Misschien verwijst de blauwe schijn in zijn albe ook naar zijn hemelse bestemming. Dezelfde functie hebben zeker de twee putti linksboven die ijveren om hem de lauwerkrans te mogen opleggen. Dit verwijst naar wat de apostel Jakobus in zijn brief schreef: “Zalig wie standhoudt in de beproeving. Heeft hij de toets doorstaan, dan zal hij de zegekrans van de Eeuwige Liefde ontvangen die God beloofd heeft aan wie Hem liefhebben’ (Jak 1,12).

Het is dus een vroom schilderij met veel informatieve inhoud. Als het schilderij van de hand is van de Antwerpenaar Maarten Pepijn (1575-1642) dateert het dus van eind 16de, begin 17de eeuw. Het werd dank zij advies van pastoor Hugo begin 2013 aan de kerk geschonken door de zusters van de voormalige abdij Sint-Trudo. Die was tot dat jaar gevestigd in het oude grafelijke slot van Male. Zij hadden het in 1967 gekocht van de zusters van het Engels klooster in Brugge. Hun Engelse voorgangsters hadden het op hun beurt waarschijnlijk aangeschaft of laten schilderen omwille van hun heilige landgenoot die er op staat afgebeeld. Het doek werd in 1999 gerestaureerd n.a.v. een uitlening in 2000 aan het historisch museum Groeninge-abdij in Kortrijk voor de expositie over Thomas Becket. Vandaag is er alvast geen andere Vlaamse kerk waar het beter hangt dan in die van Male. (bronnen:  o.a. Hugo Pieters op de parochiale website bij ‘rondleiding in de kerk’)

Drie beelden van Sint-Thomas van Kantelberg

Beeld van Thomas van Canterbury

In de kerk van Male wordt Thomas Becket nog eens tweemaal afgebeeld. Een metalen beeld staat in een glazen kast bij de ingang van de kerk. Thomas van Canterbury draagt een goudkleurige kazuifel. Hij houdt een bisschopskromstaf vast en op zijn hoofd rust een eenvoudige lage mijter. Rond hem is een rood lint gedrapeerd dat wellicht verwijst naar zijn martelaarsbloed. Rood is daarom de liturgische kleur voor een martelaarsfeest. Hij houdt de andere hand op zijn borst of hart en lijkt een touwtje vast te houden dat tot op de grond hangt. De betekenis ervan ontgaat ons. Het moderne kunstwerk is vervaardigd door Louis Van Overloop, een priester uit het Waasland (1926-2016). Pastoor Filip liet het aankopen. Luc Van Eeghem maakte de glazen toonkast. Het beeld werd ingezegend op 29 december 2006, naamfeest van de heilige. (Bron: parochiale bladzijde van Kerk en Leven, eind december 2006).

Kastje met houten beeld

Aan de muur naast de glasramen van de week- of doopkapel hangt een kastje met daarin een houten beeldje van 24 cm hoog. Voor de benen van Sint-Thomas houdt een engeltje een schild vast dat versierd is met een pallium. We zien zijn kopje en vleugels uitsteken. Thomas draagt geen kromstaf, maar een metalen kruisstaf. Die is niet oorspronkelijk. Een foto in het boek Male, stede ende paerke, p. 86 laat zien dat hij oorspronkelijke een houten kruisstaf vast had, die later blijkbaar afgebroken is. Zijn andere hand steunt op een zwaard, niet omdat hij een ridder was, maar omdat een zwaard hem het leven kostte. Op zijn hoofd draagt hij een bescheiden mijter en over de schouders een pallium, waardigheidsteken van een bisschop. Het beeldje is in 1987 door toedoen van parochiaan Octaaf Cocquyt en echtgenote Maria Kerckhof geschonken n.a.v. 25 jaar parochie. Bisschop Vangheluwe zegende het op zaterdag 19 september 1987. Maakte Octaaf of iemand uit zijn meubelbedrijf het kastje om het beeldje te beschermen? Het lijkt op een horlogekastje dat met bloemen beschilderd is. Eronder hangt de tekst: “+ St.-Thomas van Kantelberg Aartsbisschop 1117 -1170”.   

 

 

Gevelbeeld ’t Couvent
Gevelbeeld uit atelier van Karel Dupon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het beeldje is duidelijk geïnspireerd op het ruim twee meter hoge kunststenen gevelbeeld dat sinds 1953 tussen twee raampjes prijkt in de voorgevel van het vroegere kerkje aan het Kanunnik Decoeneplein (Brieversweg). Die kapel werd ingewijd op 21 oktober 1951. Het gebouw is volgend jaar dus 70 jaar oud. Je lette zeker reeds op het beeld wanneer je het ontmoetingshuis ’t Couvent binnen stapte. De beschrijving ervan las je in vorige alinea. De engel met het schild is hier beter herkenbaar en de kruisstaf is veel zwaarder uitgewerkt. Het is nu duidelijk een Keltisch kruis, verwijzend naar zijn land van herkomst. De bisschop houdt de staf vast met een doekje tussen zijn hand en de stafschacht om het metaal (meestal zilver) te beschermen. Het is beeldhouwer Karel Dupon (°1926) uit de Pastoriestraat in Sint-Andries die het beeld maakte. De man is vooral bekend voor zijn (keramieken) beelden van katten. Mgr. De Keyzer zegende het gevelbeeld op 13 januari 1953. (bron: http://users.skynet.be/sintmaartenkortrijk/kerk/dupon.htm en Kroniek van Sint-Andries )

Voor wie zich deze laatste week van december verveelt, een suggestie: eer de patroonheilige eens door de vier kunstwerken over hem te bewonderen.

Eric Colenbier (Werkgroep Heemkunde Sint-Kruis), met dank aan pastoor Hugo en parochiaal archivaris Luc Van Eeghem.