Het calvariekruis aan de kerk Heilige Kruisverheffing (ca 1720)

Print Friendly, PDF & Email

We bespreken een calvariekruis dat niet in de kerk hangt, maar buiten, net naast de ingang van de sacristie van de kerk Heilige Kruisverheffing.

Calvarie Sint-Kruis na restauratie 2020

Broederschap van den ghecruysten Jesus (1717)

Het afbeelden van de gekruisigde Christus op kerkhoven of aan kerkelijke buitenmuren kwam in de jaren 1700 en 1800 dikwijls voor. In vele steden en gemeenten werden, meestal op initiatief van de bisschoppen, dergelijke religieuze monumenten opgericht, waarvan er gelukkig een aantal ‘de tand des tijds’ goed hebben doorstaan en die nu terecht op de lijst van het plaatselijk religieus erfgoed kunnen worden geplaatst. De meer dan levensgrote calvarie in Sint-Kruis, liefst vier meter hoog, bijna drie meter breed en zestig cm diep, is zeer goed bewaard.

Het barokke calvariekruis zou volgens de inventaris van het Brugse Religieuze Erfgoed (2016, PWV.0710 nr. 0384) dateren van circa 1720 – 1740, volgens ons misschien zelfs wat vroeger. Deze tijdspanne valt grotendeels samen met de ambtsperiode van de Brugse bisschop Josef Van Susteren (1716 – 1742). Het Bisschoppelijk Archief Brugge bevat een herderlijk schrijven van 22 augustus 1717 waarin deze pas benoemde bisschop de toenmalige pastoor van Sint-Kruis, Jacobus Stryckwant (1715-1726), aanzet om een Broederschap van den ghecruysten Jesus op te richten. De leden konden 40 daeghen aflaet verdienen door o.a. dagelijks te bidden voor “het Cruys dat geplant staet op het kerckhof van Ste Cruys. Het kruis stond er dus al in 1717.

Nieuwe bestemming circa 1855.

Van de calvarielantaarn zijn enkel nog de metalen aanhechtingssloten op het kruishout te zien (foto Johan Duyck)

Na de bouw van de huidige kerk Heilige Kruisverheffing rond het jaar 1855 werd dit calvariekruis, dat voordien op het kerkhof stond, tussen de twee meest oostelijke steunberen van de muur van de absis gehangen. Het kreeg een beschermend leien afdakje met een houten gordijnimitatie en een tekst erbij.

Van de meer recente geschiedenis weten wij o.a. dat bepaalde attributen van het calvariekruis sedert de jaren 1960 – 1970 verdwenen zijn. Vooreerst is dat het geval voor de mooie zwarte metalen kaarslantaarn die was vastgemaakt aan een voorover gebogen metalen stang. Daarvan zijn enkel nog de aanhechtingssloten onderaan het kruishout te zien.

Enkele meters vóór het kruisbeeld stond vele jaren ook een stenen bidbankje waar de geknielde gelovigen zich biddend konden richten tot Christus en niet tot het beeld op zich, zoals het onderschrift op de calvarie hen duidelijk maakte. De boodschap was wellicht een reactie op het protestantisme dat de katholieke kerk beeldenverering verweet, wat volgens de tien geboden verboden is (Ex 20, 4).

 De oorspronkelijke versie van dat onderschrift is ook verdwenen. Bij de voorlaatste restauratie, in het heilig jaar 2000,  heeft pastoor Jan Rossey (1997-2008), een begaafde priester-kalligraaf, zich zelf ontfermd over het onderschrift. Hij heeft daarbij niet enkel het lettertype veranderd van Latijnse kapitalen naar een eigen, moderner en speelsere creatie, maar ook de positie van de zinsdelen.

Op vraag van het huidige kerkbestuur heeft de restauratiefirma Priem-De Brabander, in samenwerking met het schildersbedrijf Decovision en de Sint-Kruise kalligraaf-kunstschilder Yves Leterme, tijdens de maand oktober 2020 een zeer grondige restauratie uitgevoerd van deze waardevolle calvarie. Het eindresultaat is waarlijk prachtig. Zowel voor gelovigen als voor bezoekers van het kerkhof is het meer dan de moeite waard om het pad naar de sacristie in te slaan en dit waardevol en goed bewaard religieus erfgoed van Sint-Kruis te bewonderen!                                       

Johan Duyck  (Werkgroep Heemkunde Sint-Kruis)

 

Aanbevelingsbrief van bisschop Jozef Van Susteren aan de toenmalige pastoor van Sint-Kruis om een “Broederschap (of Confrérie) van de Gekruisigde Jesus” op te richten (1717)  (Bisschoppelijk Archief Brugge,  foto Eric Colenbier).

        

Het contrast tussen de Latijnse kapitalen van de oorspronkelijke versie van het calvarie-onderschrift (bovenste foto) is groot t.o.v. de huidige creatieve kalligrafische vormgeving van voormalig pastoor Jan Rossey in 2000 (onderste foto) die ook zinsdelen van plaats verwisselde en enkele woorden wijzigde.