De zusters van Onze Lieve Vrouw van zeven weeën

De zusters van O.L. Vrouw van Zeven Weeën WZC Jeruzalem, Stijn Streuvelsstraat 1, Brugge verlaten hun klooster om zich te vestigen in het nieuwe WZC Westervier, Speelpleinlaan 44 te Sint-Kruis.

(tekst K&L, 08 april 2015 – Wilfried Desrumaux)

Maar wie zijn ze, de Zusters van Jeruzalem?
Hiervoor moeten we terugklimmen tot in de 17de eeuw.

De Congregatie van de Zusters Apostolinnen wordt in 1680 te Antwerpen door Agnes Baliques, ‘een godvrezende dochter’, gesticht. De aanvankelijk kleine gemeenschap wordt onder de bescherming geplaatst van de Onbevlekte Ontvangenis van de Allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria en vaak ook zo genoemd.

De eerste Apostolinnen leggen zich toe op de oefeningen van godsvrucht, op het inwendig leven en op de geestelijke en lichamelijke werken van barmhartigheid. Het bijzondere doel van de congregatie is arme meisjes te onderwijzen, hen te onderrichten in de christelijke leer en hen het kantklossen aan te leren.

De congregatie groeit aan en verspreidt zich naar Mechelen. Onder impuls van Mgr. H. van Susteren, bisschop van Brugge en goedkeuring van de Algemene Overste van Antwerpen, komen enkele zusters naar Brugge. We schrijven 1717.

In Brugge verblijven de zusters op verschillende plaatsen. Hun eerste huisvesting is een oud klooster in de Ganzestraat. Daarna verhuizen ze naar de Ezelstraat in een leegstaand klooster van de zusters Teresianen. Het klooster wordt na twee jaar op besluit van keizer Jozef een militair hospitaal, in de volksmond de kazerne van de Apostolientjes, nu Ryelandzaal.

Wederom moeten de zusters een nieuw onderkomen vinden, ditmaal in de Pottemakerstraat, waar ze een nieuwe congregatie oprichten. Het is pas in 1801 dat de congregatie door het decanaat van Brugge en de algemene overste van Mechelen erkend wordt als congregatie van de zusters Apostolinnen te Brugge, onafhankelijk van Mechelen. Met toestemming van de bisschop huren de zusters een deel van het klooster van de paters Karmelieten in de Ezelstraat. In 1835 verhuizen ze definitief naar de gebouwen van de familie Adornes, Peperstraat 3 en de Jeruzalemkerk wordt hun kloosterkerk.

De zusters zijn dienstbaar in het onderwijs en het spellewerk, tevens verzorgen ze de was en strijk van de liturgische gewaden van alle kerken van Brugge. Er worden scholen opgericht voornamelijk een kantschool. Onder impuls van de toenmalige directeur E.H. P. Maes worden er stichtingen ondernomen over gans West-Vlaanderen. In 1842 neemt hij het krankzinnigengesticht over in de Boeveriestraat. Sommige zusters volgen hem en zo ontstaat een nieuwe congregatie van de Zusters van de ‘Bermhertigheid Jesu (later het psychiatrisch instituut O.L.Vrouw, Koning Albertlaan I-Laan, 8).

De zusters in het klooster Jeruzalem blijven ook niet stil. In 1954 wordt gestart met de bouw van het rustoord Jeruzalem en treffen we de zusters nu ook aan in de lichamelijke en spirituele zorg aan zieke en bejaarde mensen. In 1984 nemen ze hun intrek in een nieuwbouw, het huidige klooster waar ze tot op vandaag verblijven.

De congregatie van de Zusters van O.L. Vrouw Hemelvaart wordt gesticht in 1819 door E.H. L. de Foere. De zusters betrekken het hof Bladelin dat in 1829 door de Foere wordt aangekocht. Ze maken zich aanvankelijk dienstbaar door een kantschool op te richten voor arme kinderen van Brugge, die geen toegang krijgen tot de parochiescholen. De spellewerkschole vindt onderdak in huize Miraumont en wordt genoemd de ‘Foersche schole’. In 1948, omdat het kantwerk meer in onbruik geraakt, wordt het oude huis Miraumont afgebroken en komt het rusthuis O.L. Vrouw Hemelvaart in de plaats. De roeping tot naastenliefde van de zusters richt zich vanaf nu op de bejaardenzorg. Omwille van het kantwerk ontstaat er een hechte band tussen de zusters Apostolinnen en de zusters O.L. Vrouw Hemelvaart. Het is Mgr. E. J. De Smedt die uiteindelijk beide congregaties in 1955 samenbrengt. Een nieuwe periode breekt aan.

De congregatie van de zusters van O.L.Vrouw van Zeven Weeën ontstaat in 1688 te Ruiselede als ‘de Verghaederinghe van Gheestelycke Dochters’ onder impuls van  onderpastoor Ignatius Plancke en Elisabeth Van Hulle, de eerste overste. Hun regel schrijft voor een leven te leiden van ‘volmaeckt christelijk leven ter eeren van het allerbitterste lijden onzes Heeren Jesu Christi en de droefheden van de allerheyligste Maghet ende Moeder Godts Maria’. De zusters voorzien met het spinnewiel in eigen levensonderhoud. Deze activiteit bezorgt de communauteit de naam van ‘Spinhuis’, de bewoonsters de naam van ‘Spinnersen’. Deze stellen zich ten dienste van de arme bevolking van wie het levensonderhoud voor een belangrijk deel afhangt van het spinnen.

De gemeenschap groeit en legt zich gaandeweg toe op onderwijs aan arme kinderen en zieken- en bejaardenzorg. Het klooster wordt uitgebreid met een kostschool, die grote bekendheid verwerft, later ook een ziekenhuis.

De Franse overheersing in 1799 maakt echter een einde aan de gestadige groei van het klooster. De zusters moeten hun klooster verlaten maar blijven actief dienst verlenen aan de bevolking. De gebouwen worden verkocht. Op 20 oktober 1803 kunnen de zusters het spinhuis terugkopen en de kostschool opnieuw oprichten. Mgr. F. Boussen keurt op 22 augustus 1835 de regel van de Zusters van Ruiselede goed, en op 16 mei 1836 wordt de congregatie van de zusters van O.L.Vrouw van Zeven Weeën als een volwaardige kloostergemeenschap officieel erkend. Ondertussen heeft het klooster al verschillende huizen in West-Vlaanderen en worden ziekenhuizen, rusthuizen en scholen gebouwd.

Omwille van belangrijke redenen en mede op vraag van Mgr. E.J. De Smedt, verbinden de zusters Apostolinnen en de zusters O.L. Vrouw Hemelvaart zich met de zusters van O.L. Vrouw van Zeven Weeën. We schrijven 1964. Er waait een nieuwe geest. De zusters verblijven op drie plaatsen in stad Brugge: in de Naaldenstraat (hof Bladelin), in de Oude Oostendse Steenweg (WZC Herdershove) en in de Stijn Streuvelstraat (WZC Jeruzalem).

De zusters van het klooster ‘Jeruzalem’. Zusters uit de voornoemde congregaties behoren sinds 1964 tot de gemeenschap van de zusters van O.L. Vrouw van Zeven Weeën. Ze realiseren mede de bouw van het huidige woonzorgcentrum Jeruzalem, dat in verschillende fasen tot stand komt. In 1984 nemen de zusters hun intrek in het nieuw klooster, aangebouwd aan het woonzorgcentrum, waaronder ook een zeer mooie kapel. Naast hun biddende en zorgende aanwezigheid bij de bewoners volgen de zusters het voetspoor van de Heer zelf door weldoend rond te gaan.

Op 14 september 2014 zijn de zes residerende zusters aanwezig op het 60-jarig jubileum van het woonzorgcentrum Jeruzalem. De overleden mede zusters worden piëteitsvol herdacht. Eind 2014 verlaat zuster Johanna Degrande het klooster voor het moederklooster in Ruiselede. Zuster Monique Callewaert volgt haar binnenkort. Zuster Lucrèce Ornelis, zuster Yolande Boudry, zuster Anne-Marie Grymonprez en zuster Noëlla Gardeyn doen op 4 april hun intrede in het WZC Westervier. In het gebouw zullen ze een aparte vleugel betrekken. We begrijpen heel goed dat het afscheid voor hen allen met pijn in het hart is.

Op de site Jeruzalem wordt voorzien om de bestaande gebouwen af te breken en in de toekomst op deze locatie een nieuw woonzorgcentrum te bouwen. Hiermee blijft men trouw aan de bezieling van de stichteressen. Vele jaren geleden zijn zij begonnen met de zorg op zich te nemen van hulpbehoevende personen in de Brugse binnenstad. De naam Jeruzalem is niet weg te denken in de stad. Hun werk en hun inzet worden verder gezet. Tevens danken we de zusters namens zeer velen voor hun jarenlange belangeloze inzet. En we heten hen te Sint-Kruis van harte welkom met het oprechte verlangen dat ze zich vlug zouden thuis voelen.