De heilige Veronica

Print Friendly, PDF & Email

Er was een tijd dat men op Vastenavond een rond roggenbrood aansneed om de heilige Veronica van Jeruzalem te gedenken. Veronica sukkelde ondertussen sinds het concilie van de heiligenkalender. Toch bespreken we haar omdat ze tweemaal wordt afgebeeld in de kerk Heilige Kruisverheffing. We zijn trouwens op weg naar Pasen.

Vera eicon: gelaat van de waarheid.

Het verhaal van Veronica is niet gebaseerd op een Bijbelverhaal. Eén van de legendes uit de zesde eeuw heeft het over Berenice, de vroegere dagmoeder van keizer Tiberius. Toen de keizer melaats werd, had zij met hem te doen. Op advies van een vrouw die door een zekere Jezus van Nazareth was genezen, trekt ze naar Jeruzalem. De profeet die zij zoekt is echter net op weg naar zijn executie. Ze wurmt zich tussen de menigte en ziet hoe Jezus strompelt onder zijn kruis, het gelaat nat van bloed en zweet. Uit medelijden reinigt zij zijn gelaat met een doek. Als ze dat ’s avonds wil wassen, ziet ze er het gelaat van Jezus in afgebeeld. Dat doek toont ze in Rome aan de keizer, die er een liefdevol gelaat in ziet, het tegen zijn gezicht drukt en… meteen geneest. Hij zegt haar: “Vera eiko” (“dit is het gelaat van de waarheid” of “het ware gelaat”). Veronica is sindsdien haar nieuwe naam.

Het doek van Veronica

Volgens het vierde-eeuwse en dus oudere apocriefe Evangelie van Nicodemus (hoofdstuk 5, vers 26) en het ‘kritischer’ Acta Sanctorum (18de eeuw) is Veronica gewoon de in de evangelies naamloze vrouw die na twaalf jaar gedurige bloedvloeiingen genas toen zij Jezus’ kleed had aangeraakt (Luc 8,42-48) en nu op haar beurt Jezus wou helpen. Hier is geen sprake van keizer Tiberius.

De Sint-Pietersbasiliek in Rome claimt dat zij nog steeds die originele afbeelding van Jezus (vera icona) bezit, maar dat beweren ook Milaan en Manopello in Italië en Jaén in Spanje… Gedrukte of geschilderde kopieën van het doek van Veronica werden vanaf de 15de eeuw en zeker in de 19de eeuw een populair devotieobject in huiskamers en kerken, o.a. door de Confrérie Herstelling der Godslasteringen.

De Kerk riep Veronica (Véronique, Niki) uit tot patrones van wasvrouwen, linnenwevers, linnennaaisters en pastoorsmeiden, maar ook van portretschilders en fotografen. Haar voorspraak wordt ingeroepen bij zweren, zware bloedingen, menstruatieproblemen en voor een goede dood.

Veronica op het hoofdretabel (1861)  

Jezus en Veronica, hoofdretabel kerk Heilige Kruisverheffing

Voor het retabel van het Heilig-Kruisaltaar koos Jean-Baptiste Bethune (1821-1884) het tafereel van Veronica die Jezus helpt. De Leuvense beeldhouwer Michel Abeloos (1828-1881) voerde de tekening in 1861 uit in kalksteen en gips. Het tafereel werd kort nadien in kleur gezet door het atelier Bressers- Blanchaert, in 1966 in het wit gespoten en in maart 1994 schitterend opnieuw gepolychromeerd door Charles Hernou en zoon Luc.

Er staat veel volk op dit tafereel, ook al is daarvoor weinig diepteruimte. De mensen links kregen geen aureool: twee Romeinse soldaten, één vooraan en één achteraan, twee ramptoeristen of boze schriftgeleerden en een man die het kruis helpt recht houden, wellicht Simon van Cyrene. De rechtse figuren, mét aureool, kijken machteloos toe: Jezus’ moeder (blauwwitte kledij), zijn vriend-apostel Johannes (rood kleed en zonder baard) en een van de gehuwde vrouwen die Jezus tot de dood volgden: Maria Salomé of Maria, de vrouw van Klopas. Zij draagt namelijk een sluier. Centraal knielt Veronica om op gelijke hoogte van Jezus te komen, de ideale houding voor een hulpverleenster. Haar doek vertoont reeds het gelaat van Jezus, polychroom zelfs, bijna een foto.

Zesde statie van de kruisweg (1875)

In een klassieke kruisweg is het verhaal van Veronica meestal de zesde van veertien staties. Die van de kerk Heilige Kruisverheffing dateert van 1875 en is gemaakt door François De Vriendt (1829-1919) uit Borgerhout. Hij gebruikte daarvoor een houten frame waarop hij een gipsen afgietsel in hoogverheven reliëf aanbracht. De mal zorgde voor identieke kruiswegen – enkel het kader en de polychromie verschillen –  die we ook terugvinden in bv. de kerken Heilige Magdalena Brugge (1871 of 1873, zonder kader),  Sint-Gillis Brugge (1885, twee neogotische banden van zeven staties) en Moerkerke (1873). Voor het kader kozen Moerkerke en Sint-Kruis een model zoals dat van de kerk van Oss bij het Nederlandse ’s Hertogenbosch. In 1966 werd de kruisweg van Sint-Kruis wit gespoten en in 1989 opnieuw gepolychromeerd.

 

Jezus aangezigt (sic!) door Veronica gereinigd”, zesde statie van de kruisweg in de kerk Heilige Kruisverheffing (François De Vriendt, 1871).

Door de straat loopt een stoet. Jezus draagt zijn kruis en is de enige met een aureool. Zijn witte kleed sleept over de grond. Je zou van minder struikelen. Simon van Cyrene (rechts) draagt op zijn schouders het onderste stuk van het kruis. De verticale balk richt daardoor, samen met de arm van de wijzende man links, alle aandacht op de gesluierde Veronica. Zij maakt aanstalten om Jezus’ gelaat af te vegen. Er staat nog geen afbeelding op haar doek.

Voor en achter Jezus lopen twee soldaten achteloos doelgericht verder. Zij zijn dergelijke taferelen gewoon. De meest zichtbare mist zijn rechterarm. Die is ooit afgebroken en hield oorspronkelijk een hellebaard vast. Dat weten we door vergelijking met de kruisweg van de Sint-Gillis- of Magdalenakerk. Een jongen met een spade denkt aan de put die hij straks mag  graven. Tegen de gevel staat tussen hem en Jezus een meisje te schreien en achter hem loopt een dame in blauw kleed. Voor de deur kijkt iemand met een rode mantel en groene muts toe. Tien personages dus. Enkel Veronica doet actief iets aan het menselijke leed dat zich hier afspeelt. Dat vraagt moed.

Brugs decor?

Devriendt inspireerde zich voor zijn neogotische weergave op de gewoonte van laatmiddeleeuwse kunstenaars om oude verhalen te situeren in een hedendaags decor. We zien inderdaad 15de eeuwse Vlaamse huizen in baksteen en zandstenen raam- en deurkozijnen. Dat is duidelijk niet Jeruzalem. Ook de kledij van de figuranten en de wapens zijn anachronistisch. Romeinen en Palestijnen droegen in Jezus’ tijd geen broeken en de kledij van de vrouwen is wel heel rijkelijk versierd, zeker in de Sint-Gillis- en Magdalenakerk.

Hadden die 15de eeuwse kunstenaars vandaag geleefd, dan liep Jezus met zijn kruis door de Moerkerkse Steenweg of de Malehoek met rondom hem mannen en vrouwen in jeansbroek en agenten in uniform, misschien zelfs met mondkapje. Het meisje zou snel een foto nemen met haar smartphone en via snapchat ongewild in concurrentie komen met Veronica…

Eric Colenbier (Werkgroep Heemkunde Sint-Kruis)

Bronnen: Karel Dendooven in De kerk van de H. Kruisverheffing in Sint-Kruis. Een vroeg voorbeeld van rijpe neogotiek, Sint-Kruis 2003, p. 52-53 en 56 – 57; https://www.heiligen.net/heiligen/02/04/02-04-0100-veronica.php;

 

Zesde statie van de kruisweg in de Maria-Magdalenakerk (François De Vriendt, 1871 of 1873, nieuwe polychromie Paul De Wispelaere en Nico Inslegers, 1985).
Zesde statie van de kruisweg in de kerk Sint-Gillis: “Veronica droogt het aangezicht van Jezus af” (François De Vriendt, januari 1885, polychromie Jules Bevernage, Gent en in 2011 gereinigd door kunstschilder Koen Deweerdt uit Roeselare). Dit zouden de originele kleuren kunnen zijn zoals de kruisweg van Sint-Kruis die oorspronkelijk had.